Een financieel spel: kansen en risico’s na de Voorjaarsnota

Door: Annelle van der Wel

Niets zo veranderlijk als de politiek, wordt vaak gezegd. Toch geldt dat niet voor elk onderdeel van het politieke domein. De begrotingscyclus vormt namelijk een uitzondering met zijn voorspelbare ritme, met elk jaar dezelfde activiteiten op hetzelfde moment in het jaar. En dus vinden nu, net zoals elk voorjaar, de onderhandelingen plaats over de Voorjaarsnota. Wat houdt die nota precies in? Welke invloed hebben wijzigingen op de rest van 2025? En welke kansen en risico’s biedt dit voor belangenbehartigers?

Prinsjesdag als startpunt

De begrotingscyclus vindt zijn startpunt op de derde dinsdag van september: Prinsjesdag. Op die dag presenteert de minister van Financiën traditiegetrouw de begroting voor het komende jaar. Meestal worden met de begroting ook de beleidskeuzes van het kabinet voor de periode die voorligt duidelijk. De eerste correctieronde op deze financiële en beleidsmatige beslissingen vindt plaats in aanloop naar de Voorjaarsnota. In de Voorjaarsnota verwerkt het kabinet financiële mee- of tegenvallers en de financiële gevolgen van veranderde inhoudelijke keuzes. Een tweede correctieronde vindt plaats bij de Najaarsnota. Ook dan wordt de begroting aangepast naar aanleiding van veranderingen in de financiële situatie van het Rijk.

Keuzes van kabinet-Schoof

Dit jaar liggen de zaken er iets anders voor. Het kabinet-Schoof was in de zomer van 2024 net gestart toen Prinsjesdag al aanbrak. Veel ‘beleidsknopen’ konden nog niet worden doorgehakt en financiële keuzes werden daarom vooruitgeschoven naar de Voorjaarsnota. Hierover vinden op dit moment de onderhandelingen plaats.

Een eerste grote beslissing die moet worden gemaakt betreft die over de voorgenomen btw-verhoging op cultuur, sport en boeken. Het plan stuitte direct op veel verzet en een brede Kamermeerderheid schaarde zich achter een motie die opriep een alternatief te vinden voor deze btw-verhoging. Vele overleggen verder is nog niet duidelijk hoe dat alternatief eruit moet zien. Het verhogen van de btw op andere diensten of producten is, zeker is deze tijd van hoge inflatie, niet populair in de Kamer.


Ook impopulair waren de plannen van het kabinet om de langstudeerboete in te voeren en flink te bezuinigingen op onderwijs en onderzoek. Deze plannen werden eveneens door een brede Kamermeerderheid van tafel geveegd. De dekking leek te zijn gevonden op de VWS begroting, door te bezuinigen op de scholing van medisch specialisten. Snel bleek dat uit deze post ook de bij- en nascholing van verpleegkundigen wordt bekostigd, waardoor de bezuiniging op grote weerstand stuitte en moest worden teruggedraaid. Net als bij de btw-plannen, is het ook hier onduidelijk waar de alternatieve dekking wél gevonden gaat worden.


Een derde onderwerp onder vuur betreft de defensiebegroting. Met Prinsjesdag werd al flink meer geïnvesteerd. Zo veel zelfs, dat het maar de vraag is of al deze middelen wel uitgegeven kunnen worden, onder andere door arbeidsmarktkrapte. Toch klonk de afgelopen weken de roep om nóg meer gelden vrij te maken voor defensie. De oorlog in Oekraïne en de veranderde houding van de Verenigde Staten vragen om meer Europese investeringen, zo stelde de Europese Commissie. Het enorme bedrag van 800 miljard euro voor de hele Unie wordt genoemd, en hiervoor wordt zelfs gezocht naar mazen in de Europese begrotingsdiscipline.

Ook Nederland, dat in EU-verband bekend staat als zuinig en streng op de begrotings- en schuldregels, schaart zich na de nodige politieke discussie achter dit plan. De precieze details zijn nog onduidelijk en ook hierover is het laatste woord nog niet gezegd. En dan hebben we het nog niet eens gehad over de financieringsvraagstukken voor stikstof, boodschappen, gemeenten, kinderopvang, landbouw en klimaat. De politieke discussie zal de komende weken dus nog flink aanzwellen.

Evalueren en herformuleren

Het is maar zeer de vraag of het kabinet erin gaat slagen al deze openstaande vragen te beantwoorden. De kans is groot dat veel keuzes nog weer worden doorgeschoven, naar Prinsjesdag 2025. Dit creëert ruimte om jouw (financiële) belang te positioneren in de maanden die volgen.

Cruciaal hiervoor is dat je samen met jouw contacten in de Kamer op zoek gaat naar een geschikte en toereikende dekking. Zoals de voorbeelden over de btw-plannen en de ombuiging op de VWS-begroting laten zien, zal je voorstel anders in de uitwerkingsfase sneuvelen. De publicatie van de Voorjaarsnota – eind april – biedt een geschikt moment om je lobbystrategie te evalueren en herformuleren voor de komende maanden. Zo houd je niet alleen een vinger aan de pols voor de begroting van 2025, maar ben je ook tijdig voorbereid op de begroting van 2026. Die voorbereidingen beginnen namelijk alweer komende zomer. Lang leve de voorspelbaarheid van de begrotingscyclus.