Organisaties van kleur en de Nederlandse regel-logica

Door Carla Aalse

Of het nu gaat om individuele initiatieven, of om beleidsplannen van landelijke groepen: mensen die werken met en voor mensen van kleur lopen in Nederland te vaak aan tegen de 'regelingenlogica' van overheidsdiensten. Te veel nog gaat de aandacht naar de generieke burger, een witte persoon. Dat moet en kan anders, aan beide kanten van de muur van onbegrip. Organisaties moeten lobby-vaardigheden onder de knie krijgen en coalities smeden. Overheidsinstanties moeten zich openstellen voor meer specifiek, op maat gemaakt beleid.

Veronica Martis, voorvrouw van een clubje Bonairiaanse moeders in de provinciestad Harkerkerk, wil een domino-toernooi organiseren waarbij Caribische en Chinese jongeren in Nederland elkaar kunnen ontmoeten. Voor het plezier, maar ook om wederzijdse vooroordelen te helpen beslechten.

Met een plan en een eenvoudige begroting klopt ze aan bij de gemeente, maar die heeft sociaal-cultureel werk uitbesteed aan een regionale stichting. Die stichting verwijst haar weer naar een provinciale regeling, die iets beter geschikt zou zijn. Bij elk loket blijken voorwaarden te gelden waar Veronica weinig van snapt en die voor haar initiatief wel heel zwaar zijn aangezet.

Een ondernemingsplan?
Een rechtspersoon?
En hoezo vragen ze om een eenduidige doelgroep?

Bij elk loket wordt mevrouw Martis vriendelijk ontvangen, dat wel. Maar een kansrijke aanvraag indienen zit er steeds minder in, een positief subsidiebesluit al helemaal niet.

Wat begon als een vrolijk initiatief verandert in een teleurstellende tocht door een doolhof.

Systeemwereld

Het voorbeeld is fictief, maar de geschetste problematiek is reëel. Organisaties van kleur, of het nu lokale buurtgroepen of gevestigde landelijke organisaties zijn, lopen telkens tegen dezelfde muren op, omdat zij de regelingenlogica niet beheersen. Omgekeerd zijn de overheidsinstanties zelf nauwelijks toegerust om deze gemeenschappen goed te bedienen.

Ook voor veel andere groepen is de stap van de dagelijkse belevingswereld naar de systeemwereld van de instanties vaak groot. Het sociale kapitaal dat je hier als burger goed kunt gebruiken, moet je wel eerst verwerven. Ook moet je de vaardigheid beheersen om dat kapitaal richting instanties in te zetten. Dat geldt voor iedereen.

Waarom is dit voor gemeenschappen van kleur dan toch een slag moeilijker? Omvang is van belang: vaak gaat het om kleinere spelers, dus grotere drempels. Representatie speelt ook een rol. Beleidskaders zijn geschreven voor generieke burgers, de grote, en dus overwegend witte groep. Het specifieke van een gemeenschap van kleur komt pas tot zijn recht als daar politiek-bestuurlijk aandacht voor is. Dat gebeurt soms, maar soms ook helemaal niet, of alleen maar vluchtig.

Daarnaast is binnen de instituties risicomijding aan de orde. Het gelijkheidsbeginsel geldt terecht als een hoeksteen van de rechtsstaat en dat brengt huiver met zich mee voor specifieke afwijkingen van algemeen beleid, uit angst voor krantenkoppen en Kamervragen. Voeg daarbij dat organisaties van kleur nog wel eens normkritisch willen zijn en de polarisatie ligt klaar.

Coalities vormen

Hoe komen we hier uit?

Een paar dingen zouden kunnen helpen, ongeacht of het om puur lokale dan wel nationale onderwerpen gaat.

Voor organisaties van kleur is het nuttig om coalities te vormen: zoek samenwerkingspartners, zodat initiatieven niet op één paar schouders rusten. Ook zullen deze organisaties hun vaardigheden moeten verbeteren, gericht op de institutionele ontvanger van hun boodschap. Lobbyen is een vaardigheid. Daarbij is van alles van belang: inhoud, timing, aansluiting bij de prioriteiten van de besluitvormers, rekening houden met gevoeligheden.

Van hun kant zouden de instituties zich veel mee open kunnen stellen voor initiatieven die niet precies in een generiek hok kunnen worden geplaatst. Daarbij heeft ook de politiek een taak. De politiek is immers de instantie die duidelijk moet maken en uiteindelijk verantwoorden waar generiek beleid even moet wijken voor het specifieke.

Ondertussen hield Veronica Martis het in Harkerkerk voor gezien. Ze besloot de subsidie te laten schieten. Met een crowdfundingactie kon het plan alsnog doorgaan. Later werd ze geprezen in de nieuwjaarstoespraak van de burgemeester.

Carla Aalse

Managing Partner crmLINK

Recruitmentbureau voor Nederland en de Caribische Rijksdelen

www.crmlink.nl